Deze stenen zijn vaak radiolucent en vereisen mogelijk een combinatie van onderzoek en contrastcystografie om hun samenstelling te identificeren. Stenen worden meer radiodens naarmate hun afmetingen toenemen.
Algemene informatie
De primaire onderliggende oorzaak van ammoniumuraaturolieten bij de meeste katten is onbekend. Alhoewel porto-vasculaire afwijkingen worden waargenomen bij sommigen, komt deze abnormaliteit niet vaak voor. Kleine hoeveelheden uraat (10% of minder) kunnen gemengd zijn met struviet en/of calciumoxalaat en tot er ander bewijs is, wordt het als klinisch niet belangrijk beschouwd wanneer een preventieplan wordt ontwikkeld.
Diagnose
• Serum galzuren om te bepalen of een hepatische shunt de onderliggende oorzaak is.
Medisch
• Het therapeutische voordeel van allopurinol bij de behandeling van uraat-urolieten bij katten is onbekend. • Kaliumcitraat als de urine-pH consistent <6,5 is (startdosis: 75 mg/kg q12-24 uur).
Nutritioneel
• Voeders met laag gehalte aan purine/eiwit die een neutrale tot alkalische urine produceren (bijv. Prescription Diet k/d Early Support, k/d, anderen). Indien nodig, dieetvoeders in blik geven of water toevoegen om een soortelijk gewicht van de urine <1.030 te bereiken.
Controle
Een urine-analyse elke 3 tot 6 maanden om een pH van 6,6 of hoger te bereiken. Medische beeldvorming elke 6 tot 12 maanden om recidiverende stenen te ontdekken op het tijdstip dat ze klein zijn en het eenvoudig is om ze te verwijderen zonder operatie.